<

Op deze pagina ga ik een verslag uitbrengen van de bouw van de 20 toets Boersma orgel. Alhoewel ik zoveel mogelijk de beschrijving uit het boek volg, zijn er toch enkele zaken die ik anders aanpak. Gezien de pijpmensuren en bouw in diverse opzichten wezenlijk verschillen ten opzichte van de door mij reeds eerder gebouwde orgeltjes, ging mijn belangstelling vooral uit in het maken van de pijpjes. De opsneehoogten weken af van de tot dusver door mij gemaakte pijpjes. Om de pijpjes wat decoratiever uit te laten zien, heb ik bewust verweerd beukenhout gekozen. Op onderstaande foto de eerste pijpjes.

De pijpen hadden een goede toon bij een niet te hoge winddruk. Ook het bouwen van de windlade leverde nauwelijk problemen op.

De blaasbalgen heb ik op enkele punten anders gemaakt, dan in het boek beschreven. De scheppers zijn langer gemaakt met aan het uiteinde een uitsparing waarin de pompstok kan bewegen. Ook heb ik in plaats van kartonnen vouwen, vliegtuigtriplex toegepast omdat deze steviger is.

De behuizing heb ik volgens Höffle gemaakt, omdat ik het raamwerk constructie te zwaar vond. De binnenmaten zijn gelijk aan die van Boersma. De kleur heb ik bewust antraciet gekozen, gezien dit tegenwoordig een veelgebruikte kleur is.

Opvallend bij het Boersma orgeltje is de eenvoudige commandobox. Een opwindtrommel, commandoblok en een aandrukas zijn de voornaamste bestandsdelen.

Resteert nog de afwerking van het orgeltje. Gezien ik erg veel schik heb gekregen in het boerenschilderen, moest dit orgeltje ook van deze decoratie worden voorzien.