Vioolpijp.
Onderstaande tekst is een later toegevoegde pagina in de bouwbeschrijving
van de 20 toets orgel van Walter Höffle .
Opbouw en werking.
De pijpen worden ongeveer als de principalen gemensureerd. Worden ze nog enger gemensureerd, dan wordt de klank boventoonrijker en viool achtiger. Dit register behoort tot de groep strijkers. Door hun slanke vorm bestaat het gevaar dat deze pijpen gemakkelijk overblazen (een octaaf hoger spelen). De pijp wordt met overlengte gemaakt en bevat aan de pijpmonding een stemschuif. Ook door de overlengte wordt de pijp boventoonrijker. De pijpen zijn normaal gesproken niet zo luid als bijvoorbeeld de gedekte pijp. Om het overblazen tegen te gaan heeft Gavioli de frein (baard) uitgevonden en er op gemonteerd. Het beïnvloedt bovendien de aanspraak van de pijp.
De opbouw van de pijp is in principe gelijk als bij de open pijp. De kernhoek en de labiumhoek zijn beide 9 graden. Beide vlakken dienen op één lijn te liggen. Voor de luchtregeling moet absoluut een regelschroef in de voet (koper buisje) ingebouwd worden. De zogenaamde Gaviolibaard wordt uit 0,5-1 mm dik messingblik uitgestanst, uitgezaagd of uitgevijld. Natuurlijk kan men ook aluminium blik toepassen. Dit materiaal laat zich gemakkelijker verwerken . Zodat men voor alle pijpen dezelfde uitgangssituatie krijgt, maakt men uit hardhout een buigmal. In de lengte been van het blik worden twee gaten geboord. Met het onderste gat wordt de frein vastgeschroefd. Door het bovenste gat wordt een schroef in het houd gedraaid. Door een kleine voorspanning van het blik (van de pijp af) kan men daarmee de baard naar de pijp toe of van de pijp af gedraaid worden om daarmee de optimale instelling te vinden.
Bij de Gavioli frein bestaat ook de mogelijkheid om in plaats van de twee boringen, twee lengtesleuven in te verwerken. Daarmee kan men het blik ook in de hoogte afregelen. Dit is echter een bewerkelijke bezigheid. Ik maak deze afregeling met een vlaktang aan de korte been van de frein. De pijp kan eerst zonder frein geïntoneerd worden. Daarbijzal de pijp altijd octaveren (één octaaf hoger spelen). Dit betekent dat er te veel lucht in de pijp naar binnen stroomt. Met de rein wordt de luchtstroom naar buiten getrokken. Door de afstand van het blik ten opzichte van de pijpcorpus (met de bovenste schroef) te veranderen, wordt dan de eigenlijke grondtoon gevonden en de pijp overblaast niet meer.
Door de vorm van de frein wordt zoals gezegd de lucht naar buiten gezogen. Hierdoor ontstaat een klein vacuüm. Om dit weer te vereffenen maakt men het bovenvlak van de voorslag iets schuin, zodat de lucht beter kan stromen.
Voor het maken van de Gaviolibaard nog de volgende aanvulling: ik heb het model dermate gemaakt, dat ik met twee schuine sneden de vorm eenvoudig kan maken (zie blz. 61). De originele vorm is echter als een T stuk. Deze vervaardiging is arbeidsintensief, terwijl men in de regel niet det benodigde gereedschap voor het uitstansen heeft.
Het bovenste stemblik (schuif) kan men uit messing of aluminium blik vervaardigen. Afhankelijk van de gekozen dikte moet men ook de sleuf uitfrezen. Ik de het met een bovenfrees. Deze wordt zodanig ingesteld, dat de frees bijvoorbeeld 1 mm boven de freesplaat uit steekt. De aanslag wordt op 2 mm groefbreedte ingesteld. Met een proefstuk wordt de diepte van 1 mm nauwkeurig gemaakt, zodat later de schuif bij een afgebouwde pijp zonder speling ingebouwd kan worden.